Afbeelding
logo

Opa

· leestijd 1 minuut Bij de les

Beste opa. Ik zag uw kleindochter vandaag. Ze zit bij mij in de klas. Wat een leuke meid. Oké, ze is wat aan het puberen. Maar staat er goed voor op school en heeft leuke vriendinnen. Ze is wat stil en gesloten. Maar als ze eenmaal op haar gemak is, kletst ze honderduit en kan ze heerlijk giebelen.

U weet dit allemaal niet. Want u spreekt haar nooit. 

U hebt haar een keer of drie gezien, vertelde ze. Maar dat is dan zo pijnlijk.

Ik weet de reden van de ruzie tussen u en haar ouders niet. En die hoef ik ook niet te weten. Maar wat ik wel zie, is dat uw kleindochter hier toch eigenlijk niets mee te maken heeft. Ze heeft maar één opa. En dat bent u. Maar in feite, zo zegt ze; heeft ze er geen. Omdat ze u nooit spreekt.

Ze keek wat jaloers, toen een vriendin leuke dingen vertelde over haar opa, dat ze af en toe een dagje uit gaat met hem. Dat hij trots op haar is. En dat hij soms zomaar een kaart stuurt. Ze had het zo graag anders gezien; een eigen opa.

U kunt van een meisje van 13 niet verwachten dat ze de eerste stap zet. Ze zou niet weten hoe. Uit verraad naar haar ouders. En ook uit angst om door u afgewezen te worden.

Maar u zou dat wel kunnen doen. Toch?

U, met uw levenservaring en wijsheid, zou haar een klein teken van leven kunnen geven. Dat ze merkt dat ze ertoe doet.

Een mooie kaart met haar verjaardag of een bos bloemen als ze slaagt over een paar jaar. Die kaart bewaart ze vast nog heel veel jaren. Ook als u er niet meer bent.

Ik ken u dus niet. Maar ik ken uw kleindochter wel. En ik gun haar een opa. En u een levenslustige kleindochter.

Waar ik me mee bemoei?

Ach, sommige verhalen van leerlingen krijg ik niet uit mijn hoofd. Het helpt om het op te schrijven. In de hoop dat u het leest. En dat u dan, de jaren die u nog heeft, net zo blij wordt van uw kleindochter als ik. Want dat denk ik echt; dat jullie nog veel plezier aan elkaar kunnen beleven en van elkaar kunnen leren.

Kom op opa, ga ervoor.