Afbeelding
logo

De carrière-ladder

· leestijd 1 minuut Bij de les

We zitten in een zaaltje met koffie en een stroopwafel. Elf collega’s en ik. Achter de laptop staat een aardige man. Blauw pak aan. Keurige stropdas.

Dit soort dagen horen erbij. Verplichte studiedagen. En meestal geniet ik daar erg van. Maar vandaag heb ik iets minder zin vanwege het onderwerp.

Het is mijn eigen schuld; ik heb zelf ingetekend. Maar ik had een verkeerd vakje aangeklikt en had geen idee hoe ik het weer ongedaan moest maken en bedacht toen dat ik deze studiedag dan maar gewoon ging doen.

De keurige meneer begint. Hij heeft een PowerPoint en een mooi verhaal. Over doelen die hij goals noemt. Of targets. Over uitstrekken naar wat net buiten bereik ligt. Hij praat over ‘calls’, wat in mijn werk een telefoontje is. Over ‘briefings’ en ‘meetings’ (vergaderingen). Carrière maken houdt je scherp zegt hij. En is noodzakelijk.

Ik kijk ondertussen stiekem op mijn telefoon en daarna naar mijn collega’s. Ze zijn allemaal stukken jonger dan ik. En letten ook beter op dan ik. Ik heb zo’n spijt dat ik gekomen ben.

“Je moet opschrijven waar jij jezelf over vijf jaar ziet”, fluistert mijn buurvrouw. Ik sla het cursusboekje open en begin aan de vragen.

“Jullie willen geen lesboeren zijn, toch?”, onderbreekt de meneer. “Je begint als onderbouwdocent, maar werk je vooral op tot bovenbouwdocent! En dan strek je je uit naar teamleider, directeur of werk op het HBO. Dat verdient stukken beter, en je blijft uitgedaagd.”

Dan kijkt hij mij aan. “Ik denk dat jij de oudste bent van deze groep, vertel eens over jouw carrière in het onderwijs.”

Ik besluit om eerlijk te zijn. Dat ik geen carrière wil. Dat ik ooit heb gekozen voor pubers. En dat ik die nog steeds superleuk vind. Dat het me voldoening geeft om een stukje met hen op te lopen. Een klik met hen te hebben. Dat ik nooit teamleider zou willen worden omdat ik dan amper meer voor de klas sta. En dat ik geloof in ‘minder status, meer leven’. Misschien kun je je dan geen nieuw kookeiland veroorloven; maar heb je wel tijd voor datgene waar je echt blij van wordt. Dat noem ik succesvol.

Het blijft even stil. En dan geeft hij een fantastisch antwoord: “Ik denk dat jij misschien wat te oud bent voor deze studiedag; carrière is niet zo je ding hè? Wellicht handiger om vanaf nu met je jongere collega’s door te gaan.”

Binnen vijf minuten sta ik buiten. In de zon. Wat een heerlijke studiedag!